Het ideale wijnbouwgebied
van Lamole, een dorpje in de
Chianti-streek, werd voor het eerst ontdekt door
de Romeinen. In de Middeleeuwen werd de productie van wijn zo belangrijk dat
Lamole werd beschermd door een kasteel, in 1350 gebouwd door de familie
Gherardini uit Florence, waarvan de uitgestrekte ruïnes nu nog te zien zijn. De
voormalige kelders van het kasteel zijn de huidige locatie van de winery. In de
vorige eeuw zijn de wijngaarden en de terrassen waarop deze staan aangeplant
met veel zorg in oude glorie hersteld. De ambachtelijke Lamole-methode zien we vandaag ook terug in de conversie naar biologische landbouw.
De Lamole di Lamole
wijngaarden worden gezien als de ‘wieg‘ van fijne Chianti en staan op op het
zuiden gelegen percelen tussen de 350 en 550 meter boven de zeespiegel. De
huidige kelder ligt naast de oudste wijngaard, die werd aangeplant in 1945. In
1993 werd het landgoed Lamole di Lamole aangekocht door de Santa Margherita
Wine Group uit Veneto, die de wijn- en olijfgaarden volledig biologisch
bewerken.
Op het landgoed groeien de
inheemse Chianti druivenrassen: sangiovese, canaiolo, malvasia nera en trebbiano
toscano (de laatste is gereserveerd voor de Vin Santo) en diverse
internationale druivenrassen, zoals cabernet sauvignon, merlot en petit verdot.